Literatuur

- Hulzen, A. van, Utrecht op oude foto's [deel 1]. Van Catharijne naar Wittevrouwen. Den Haag, 1977_cop. [247 blz. ISBN 90.233.0369.5]. Hierin: blz. 116-117 ("Het Vredenburg in augustus 1919": "Tussen het politiebureau en het pakhuis van Van Rooyen liep een nauw steegje, het Grutterssteegje. Aan deze kant van het grutterssteegje was al gesloopt het huis, waar de familie van de bekende zanger Caro gewoond had; ook waren hier al gesloopt de stalhouderij en het hotel van Verwoerd. Dit laatste perceel was tegen een restant van de oude stadswal aangebouwd geweest; naast dit hotel had langs de noordelijke kant van de Fruithal nog een uitweg naar de Rijnkade gelopen." - dit is de relevante tekst volledig)

- "Jac. Ph. Caro overleden". In: Utrechts Nieuwsblad, 16-02-1933, blz. 9 (Op 15-02-1933 werd in Tivoli 'Der Fliegender Holländer' van Wagner uitgevoerd, ter herdenking van diens 50e sterfdag. Solist was de zanger Jac.Ph. Caro, die kort ervoor nog ziek was geweest. Toen hij opkwam merkte het publiek dat het niet goed met hem ging. Toch zong hij, maar na de woorden "Nirgends ein Grab! Niemals der Tod!" viel hij voorover en overleed. Caro was 51. Hij was opgeleid voor het onderwijs en was schoolhoofd.)